HEESHEID BIJ KINDEREN
Heesheid en stemproblemen in het algemeen die langer dan een 6-tal weken duren, moeten deskundig worden onderzocht. Doorgedreven onderzoek leidt bijna altijd tot een specifieke diagnose. De oorzaak kan variëren van louter functioneel (bv. verkeerd stemgebruik en stemmisbruik) tot louter anatomisch (bv. een stembandverlamming). De oorzaak kan verworven zijn (bv. door verkeerd stemgebruik) of aangeboren. Wat ook de oorzaak is, bijna altijd is er een afdoende behandeling mogelijk.
WAT IS HEESHEID?
​
Iedereen kent de heesheid door een verkoudheid of virale infectie. Door een ontsteking en de hiermee gepaard gaande zwelling van de stembanden zijn we enkele dagen, hoogstens een paar weken, hees. Deze situatie herstelt vanzelf. Als een kind echter aanhoudende of dikwijls terugkomende stemproblemen heeft (bv. heesheid, stotteren of verslikken), is verder onderzoek aangewezen.
​
​
WAT ZIJN DE OORZAKEN?
De oorzaken kunnen zeer verscheiden zijn en variëren van puur organisch (lichamelijk), bijvoorbeeld een verlamde stemband of een gezwel, tot puur functioneel, bijvoorbeeld als gevolg van verkeerd stemgebruik. Veelal is er een combinatie van functionele factoren en organische. Een typisch en frequent voorbeeld hiervan is heesheid door verkeerd stemgebruik dat leidt tot het ontstaan van verdikkingen op de stembanden, zogenaamde stembandknobbels. Bepaalde stemproblemen zullen dan ook vaker bij bepaalde karakters of persoonlijkheden voorkomen. Extraverte, expressieve spraakvaardige kinderen gaan bijvoorbeeld sneller stembandzwellingen (stembandknobbels of poliepen) vertonen. De meeste kinderen met heesheid krijgen deze in de loop van het leven en vallen onder de verworven oorzaken van heesheid. Heesheid bij kinderen kan in zeldzamere gevallen ook veroorzaakt worden door aangeboren afwijkingen zoals een aangeboren stembandverlamming, gezwel of fout in de aanleg van het strottenhoofd.
WAT ZIJN DE RISICOFACTOREN?
Kinderen die vaak roepen (thuis, tijdens hun hobby’s, op de speelplaats), veel luid zingen, vaak gekke, grommende of piepende stemgeluidjes maken, lopen een hoger risico op heesheid.
​
​
HOE VERLOOPT HET ONDERZOEK IN DE STEMKLINIEK
​
Een raadpleging op de Stemkliniek bestaat uit 2 delen: een stemonderzoek bij de logopedist en een stem- en kijkonderzoek bij de NKO-arts. Voor het onderzoek moet uw kind niet nuchter zijn.
​
Meestal wordt uw kind eerst door de logopedist gezien. Hij/zij zal gevraagd worden een aantal spraak- en zangoefeningen te doen in een microfoon. De microfoon kan voor uw kind, of zoals een koptelefoon, op het hoofd van het kind staan. De logopedist beoordeelt de kwaliteit en eventuele mankementen of abnormaliteiten aan de stem door te luisteren en metingen uit te voeren op het opgenomen stemgeluid.
​
Daarna gaat uw kind samen met u bij de NKO-arts. Eerst wordt opnieuw een stemonderzoek gedaan zodat de arts ook vanuit medisch oogpunt kan luisteren hoe de stem klinkt en waar eventuele problemen te horen zijn. De patiënt krijgt hiervoor opnieuw een microfoon op het hoofd gezet en zal gevraagd worden een tekst voor te lezen.
​
Voor het kijkonderzoek van de stembanden worden de neus en keel lokaal verdoofd. Ter hoogte van de neus gebeurt dit met een neusspray die de neus ook wijder openzet. De keel wordt verdoofd met druppels of spray via de mond. Patiënten kunnen hierdoor het gevoel krijgen dat er een brok in de keel zit. Dit is niet het geval, maar komt doordat het gevoel in de keel verminderd is. Op deze manier kan de NKO-arts dicht genoeg bij de stembanden komen om grondig te kijken wat er aan de hand is.
Het kijkonderzoek kan op 2 manieren gebeuren. Een eerste mogelijkheid is met een ‘flexibele camera’, waarbij de camera op de tip van een zacht, buigbaar slangetje zit dat via de neus ingebracht wordt (zie afbeelding). De tweede mogelijkheid is met een ‘starre camera’ die via de mond ingebracht wordt. De camera is verbonden met een scherm. Tijdens het onderzoek zal er van uw kind gevraagd worden om stemopdrachten uit te voeren. Het kijkonderzoek duurt tussen de 5 en 10 minuten. Tijdens het hele onderzoek kan hij/zij vlot blijven ademen, spreken en slikken. Het is belangrijk om de instructies van de NKO-arts goed op te volgen.
​
Na het kijkonderzoek moet uw kind een halfuur tot een uur wachten met eten en drinken om verslikken te vermijden. Na 1 uur mag hij/zij een slok koud water nemen. Als hij/zij hierbij niet moet hoesten, betekent dit dat de verdoving uitgewerkt is en dat uw kind terug alles mag eten en drinken zoals voordien.
​
bron: shutterstock
HOE VERLOOPT HET ONDERZOEK BIJ KINDEREN?
​
Het kan nuttig zijn uw kind in de mate van het mogelijke voor te bereiden op het onderzoek door de stappen samen te overlopen. Bij kinderen wordt een ‘flexibele camera’ gebruikt die dunner is dan de variant voor volwassenen en beter geschikt is voor de smallere doorgang door een kinderneus. Het eerste stukje van het onderzoek, waarbij de camera door de neus passeert, kan soms een kriebelend gevoel in de neus geven omdat dit het nauwste deel is. Het is belangrijk het hoofd goed stil te houden en de camera niet uit de neus te trekken, want anders moet dit nauwste stuk enkele keren opnieuw gepasseerd worden. Eenmaal in de keel hebben de meeste kinderen weinig last van de camera. Indien u dit wenst, kunt u het kind op de schoot nemen of naast uw kind komen staan.
BEHANDELING
Indien uw kind logopedie nodig heeft voor de stem, is dit meestal pas haalbaar en nuttig vanaf de leeftijd van 8 à 10 jaar. De reden hiervoor is dat kinderen de aangeleerde technieken bij de logopedist moeten leren toepassen in het dagelijks spreken. Logopedie voor stemstoornissen wordt eenmalig in het leven terugbetaald per aandoening. Het is de visie van de Stemkliniek dat deze terugbetaalde sessie dan beter gestart worden op een leeftijd waarop deze een effect kunnen hebben.
​
In het geval dat er een ingreep nodig is, zal dit door de arts uitgelegd worden.
​
Uiteraard bent u met uw kind welkom op de Stemkliniek om na te kijken wat de oorzaak van de heesheid is. Onze logopedisten kunnen zo nodig al enkele tips en handvaten meegeven om thuis toe te passen.